Revenge of the nerds
Techniek...Wat is techniek? Techniek
heeft niets te maken met het harige beestje dat over uw beeldscherm
kruipt, of met de kermisattractie die het Internet geworden is. Techniek
is niet de kekke vormgeving van uw nieuwe broodrooster of GSM. Techniek
gaat over wat er in zit, over hoe het gemaakt wordt, over hoe het werkt.
Vaak niet spectaculair, soms niet eens leuk, maar wèl essentieel.
Het is opvallend dat het woord
nauwelijks meer gebruikt wordt. U zult het zelfs tevergeefs zoeken in de
- overigens tandenknersend saaie - stadsvisie-folder die de gemeente
heeft uitgebracht. Kennelijk is er iets waardoor een beetje schaamt om
het woord in de mond te nemen. Nergens 'techniek', maar wèl
'technologie'. Ha, technologie! Het yuppie-broertje van techniek!
Technologie is een vlot gebekte jongeman zonder overall of stofjas, maar
in een iets te strak gesneden pak, met een ernstig fout gekleurde
stropdas. Hij is vagelijk geassocieerd aan een veel geld verdienende
firma met teveel X-en in de naam.
Maar techniek zit in het verdomhoekje.
Al jarenlang. Om te beginnen maakt de techniek zichzelf steeds verder
onzichtbaar: waar een radio tot zo'n twee decennia geleden nog uit
onderdelen met duidelijk herkenbare functies bestond, is het
tegenwoordig mogelijk om hem onder te brengen op een microscopisch klein
hoekje van een chip. De gebruiker van de meeste apparatuur moet het doen
met de 'interface': hij staart naar een belabberd beeldschermpje terwijl
de werking zich aan zijn waarneming onttrekt.
De voortschrijdende techniek krijgt
natuurlijk ook de schuld van de ecologische problemen die we ons op de
hals hebben gehaald - in plaats van de manier waarop we hem gebruiken en
vooral de snelheid waarmee wij ons voortplanten. Daar komt bij dat de
techniek een belabberd imago heeft. Het is een hobby voor techneuten,
een duistere bezigheid van bebrilde monomanen die niet van deze wereld
zijn. En het ergste is, dat het ook nog ingewikkeld is.
Zoals het grote publiek eigenlijk niet
nieuwsgierig is naar de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek, maar
zich liever warmt aan troostrijke kitsch als reincarnatie, iriscopie en
andere 'new age' heilgymnastiek, zo negeert het ook de feitelijke
aanwezigheid van de techniek in onze leefomgeving. Onze samenleving
lijdt een beetje aan de arrogantie van de rijke dame die weigert om haar
glaceetjes vuil te maken op het benzinestation. We gebruiken de techniek
zonder nadenken, maar wensen er niet mee in aanraking te komen.
Die modieuze, vaak ronduit vijandige
houding tegenover technische zaken is natuurlijk schijnheilig. Het leven
van letterlijk iedere Westerling is vanaf zijn geboorte volkomen ingebed
in technologie; daarvoor hoef je geen computer- of GSM-verslaafde te
zijn. Voor ons voedsel en vervoer, onze behuizing en informatie zijn we
vrijwel geheel afhankelijk van het dichte netwerk van techniek om ons
heen. De rijke dame die d'r Saab naar de reformwinkel rijdt voor haar
'broodnodige' natuurvoeding, koopt in eerste instantie een illusie die
haar door reclamemakers wordt voorgespiegeld.
En daar zit een onoverbrugbare
kloof. De snelle jongens van de afdelingen sales, marketing en reclame
spelen nu al een decennium of wat de baas, terwijl de feitelijke 'kreatieven'
- de technici die de vooruitgang máken en werkelijk nieuwe oplossingen
vinden - onderbetaald en ondergewaardeerd worden. Was het een generatie
geleden steevast het saaiste jongetje van de klas dat economie ging
studeren - economen werden meewarig bezien als dorre, non-creatieve
handhavers van de status quo - nú wil een ambitieuze puber geen
schilder, popster of schrijver van reisverhalen meer worden, maar
marketing-manager of accountant: beroepen waarop de glamour van de
economie afstraalt. Werken met geld is sexy - je hoeft niet echt na te
denken en je nagels blijven schoon. Nooit is het nodig om iemand uit te
leggen wat je doet: iedereen weet het al.
De economische wetenschappen
hebben daarbij een status verworven die in geen enkele relatie meer
staat tot hun prestaties. Wetenschap is immers gericht op het doen van
succesvolle voorspellingen over de werkelijkheid - en juist economen
hebben daar tot dusverre nog maar weinig van terecht gebracht. In de
praktijk wordt die kleine onvolkomenheid verdoezeld door een overdaad
aan newspeak en een overdreven arrogante houding ten opzichte van
technische disciplines. Ik ben er van overtuigd dat het recente vertrek
van de Philipstop naar een flitsend nieuw pand in de Randstad direct te
maken heeft met de hypocriete schaamte van overbetaalde managers om
geassocieerd te worden met... nou ja... die Eindhovense nerds.
Techneuten aller landen, verenigt
u! Het moet toch mogelijk zijn een eenvoudig virusprogrammaatje te
schrijven dat, als het eenmaal de loonadministratie heeft
geïnfecteerd, de salarissen halveert van iedereen met woorden als
>market=,
>sales=
'corporate' of
>economic=
in zijn functieomschrijving. En als de industrial designers de
armpjes eens stevig op de rug worden gedraaid, zijn ze vast bereid
alle apparaatbehuizingen in transparant kunststof uit te voeren,
zodat iedereen eindelijk weer eens kan zien waar het om draait. Maar
we moeten vooral ook beseffen dat onze techniek niet bestaat uit het
bedenken van een eindeloze reeks hebbedingetjes, maar dat het een
onmisbaar onderdeel van een wereldwijde cultuur is, dat bloeit als
nooit tevoren. Anonieme technici hebben meer bijgedragen aan het
uiterlijk en innerlijk van deze eeuw dan alle literatuurcritici bij
elkaar. Zo.
Ehh... het is een beetje laat, maar
zouden we het Evoluon nog kunnen bezetten?
Mels Dees