Installaties en ruimtelijk werk

Home

  Over Melden bij de Havenmeester en Niet duiken: Twee werken in het Knarbos. Mels Dees, Eindhoven 2007

 

 
      

 

 

Twee werken in het Knarbos

 

 

Een ducdalf midden in het bos… Over enige tientallen jaren zal hij er nog staan. en de argeloze wandelaar, die er de kamperfoelie en winde van aftrekt, zal zich afvragen of het een overblijfsel uit het verleden is, of misschien een vergissing van de planners… Waar is de haven gebleven, en waar zou de havenmeester zijn?

De aanlegsteiger aan de rand van het weiland roept ook zulke vragen op. Het bouwsel ziet er op het eerste gezicht heel vanzelfsprekend uit. Het gras golft eromheen, het landschap strekt zich tot aan de horizon uit, als een aantrekkelijk zwemwater. Duiken is natuurlijk verboden. Maar zou hier dan een meer moeten komen, of is het er in het verleden geweest? Het zou kunnen…waren de Oostvaardersplassen ook niet ooit als haven bedoeld?

 

Melden bij de havenmeester en Verboden te duiken gaat, zoals het meeste van mijn werk, over de relatie tussen de mens en de natuur. Daarbij probeer ik zowel het romantische beeld te ondergraven dat we nog steeds van de natuur hebben, als de onstuitbare drang te bevragen waarmee we diezelfde natuur volzetten met hekken, verbodsborden, wegwijzers en andere menselijke constructies.

En wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant / Een heuvel met wat villaatjes ertegen, vond de dichter Bloem. Dat lijkt in Flevoland, met zijn eenzaamheid en weidse vergezichten, mee te vallen. Toch is alles wat je ziet door mensen gepland, drooggemalen, in stukjes verdeeld, ontgonnen en beplant. Kijk maar eens op Google Earth. Vanuit de lucht gezien blijkt het Knarbos, dat er op ooghoogte toch tamelijk ongedwongen uitziet, een strak aangelegd perkje te zijn, temidden van de kaarsrechte lijnen van de akkers van Flevoland.

De twee werken in het bos knipogen dan ook ironisch naar de romantische Aardzee van Piet Slegers, een kunstwerk dat een eindje verderop op Flevoland ligt, en naar de haven van Schokland in de Noordoostpolder, een reconstructie van een haven die nooit heeft bestaan – kunstmatiger kan het niet.