Teksten

Home

  Over Marjon Velsink

 

 
 

 

 

 

(Met woorden)

Je kent ze vast nog wel: de tekstloze cartoons in tijdschriften uit de jaren ‘50 en ’60, waarbij het plaatje alleen het werk moest doen. ‘Zonder woorden’ stond er onder, vaak tussen haakjes of aanhalingstekens. In mijn herinnering waren de meeste ňf banale grappen met dikke dames in badpak, ňf onbegrijpelijke overdrukken uit buitenlandse tijdschriften, met eenden aan de ketting of onbekende koningen in boevenpak. De hogeschoolcartoons van Saul Steinberg leerde ik pas later kennen.

‘Zonder woorden’-grappen kom je nog maar weinig tegen. Juist door beeld en taal te combineren ontstaat een explosie van mogelijkheden, van beeldromannetjes tot de graphic novel. Vaak devalueert de functie van het beeld daarbij - soms tot niet meer dan een illustratie van de tekst (in de Tom Poesverhalen) of een gecondenseerde situatieschets (zoals in Fokke en Sukke).

Want we leven dan wel in een beeldcultuur, maar de meeste beelden om ons heen gaan gebukt onder de tirannie van het woord. Geen foto zonder verklarend onderschrift, geen schilderij zonder titelkaartje aan de muur, geen film zonder dialogen of ondertiteling. In onze wereld wordt elk beeld met een begeleidende tekst geďnterpreteerd, geďroniseerd of van een context voorzien.

Marjon Velsink heeft dat begrepen. Ze maakt beelden en ensceneringen, op bescheiden schaal, die ze vervolgens fotografeert. De resulterende beelden zijn in hoge mate autonoom. Ook al worden ze vaak begeleid – misschien is het beter te zeggen: aaneengeregen - door tekst, ze worden er nooit door overheerst. Het zijn de uitgekiende belichting en compositie, en de dromerige, licht surrealistische atmosfeer, waardoor haar foto’s een niet direct grijpbare, maar zelfstandige wereld suggereren.

Elk van de foto’s vertelt een eigen verhaal, dat in een speelse, niet-hiërarchische verhouding staat tot de geschreven tekst. Tekst en beeld vullen elkaar niet netjes aan, maar zijn verwikkeld in een complex spel, waarin nu eens het beeld, dan weer de tekst de koers bepaalt.

Voor de lezer/kijker heeft dat een aangename verwarring tot gevolg; hij moet als het ware voortdurend van de ene naar de andere hersenhelft overspringen. Het werk van Marjon kan dan ook niet worden gevangen onder termen als illustratie of beeldverhaal. Het zijn verhalende beelden čn beeldende verhalen – ex aequo.

 

 

(With words)

Surely you remember them: cartoons without words from the fifties and the sixties, relying on the picture alone. Often it was even stated at the bottom: ‘without words’, between brackets or inverted commas. As I remember, most of them were either vulgar jokes featuring fat ladies in swimming suits, or incomprehensible reprints from foreign magazines, with ducks on chains or unknown kings in striped prison clothes. That was some time before I discovered Saul Steinberg’s superior cartoons.

Cartoons ‘without words’ have become relatively rare. By combining images with text, the cartoon’s range of possibilities widens immensely, from pulp comics to the graphic novel. Often, the image’s function is degraded in the process – sometimes to a mere illustration of the text or a condensed situation sketch.

We may live in a visual culture, but almost every image around us is terrorised by words. You’ll hardly find any photographs without captions, or paintings without their titles mentioned on the wall, or films without dialogue or subtitles. In our world almost every image is interpreted, ironised or put into context by words.

Marjon Velsink understands this. She creates scenes and assemblages on a modest scale, which she then photographs. The resulting images are quite self-sufficient. Even if they are accompanied - it might be better to say: linked up – by texts, they are never dominated by them. It’s the sophisticated lighting and composition, together with a dreamy, somewhat surrealistic atmosphere which suggest a world which is not quite tangible, but certainly autonomous.

Each of the images tells its own story, which relates to the written text in a playful, non-hierarchical way. Texts and images don’t just complement each other, but they’re entangled in a complicated game in which sometimes the image, at other times the text determines the course of the story.

For the reader/spectator this results in a pleasant kind of confusion; you could say that he has to switch from one brain half to another continuously. That’s why Marjon’s work cannot be characterised in terms like illustrations or graphic story. They are narrative images and imaginative narratives – ex aequo.