Teksten

Home

  Over Heidi Arnold

 

 
 

 

 

 

Afwezige bergen

Het atelier van Heidi Arnold bevindt zich in Altdorf, een stadje dat nagenoeg in het geografisch centrum van Zwitserland ligt. Het is een voormalige naaiwerkplaats met een groot venster, waardoor de Alpen naar binnen lijken te leunen. Ook het uitzicht aan de andere kant wordt gedomineerd door reusachtige bergen. Aanvankelijk, zeker voor een Nederlandse bezoeker, is de locatie indrukwekkend en schilderachtig. Maar na verloop van tijd kun je je niet onttrekken aan het gevoel ingesloten te worden in de nauwe vallei waarin Altdorf ligt.

In een installatie uit 1995, uitgevoerd in een galerie in Luzern met naar alle zijden een vergelijkbaar uitzicht, schilderde Arnold de bergen weg, door hun contouren op de ramen in te vullen met witte verf. Een typerend gebaar. Typerend omdat het haar heel persoonlijke, maar in wezen onromantische band met natuur illustreert, èn omdat afwezigheid een steeds terugkerend element vormt in Heidi Arnolds werk.

Zo gebruikte ze reeksen lege kunststof zakken in ‘Se faire l’écho de l’eau’, een installatie in Hoofddorp uit 2002. De locatie (een verlaten zolder) en de transparantie van de zakken maakten de suggestie van druppelend water haast onontkoombaar. Voor een andere installatie in hetzelfde jaar sneed ze de contouren van stenen uit een rol rubber die op de grond was gelegd.

Hoewel het haar werk vaak een zekere melancholie verleent, is ‘het ontbrekende’ niet alleen negatief. Voor Arnold lijkt het weglaten van dingen ook te maken te hebben met een vorm van eerbied voor de werkelijkheid, en met het besef van de onmogelijkheid een adequate afbeelding of omschrijving van de natuur te maken. Heidi Arnold schildert de wereld niet, maar duidt hem aan. Ze schetst voorzichtig omtrekken die de beschouwer zelf kan invullen. Letterlijk deed ze dat in een subtiele installatie uit 1994 (‘Tu a tam – hier und dort’). In eenvoudige krijtlijnen legde ze daar de contouren vast van langzaam verschuivende lichtplekken die de zon door de ramen op de vloer van een fabrieksruimte projecteerde.

Ook de handschoenen die al geruime tijd in haar werk figureren, tonen de afwezigheid van de mens. Waar Heidi Arnold aanvankelijk (in installaties in Ierland, 1999) transparante plastic handschoenen als lege vormen toepaste, werden ze later voorzichtig gevuld – met takjes en organisch materiaal – of subtiel bewerkt. Het lijkt of het afwezig zijn daarmee nog sterker wordt benadrukt.

Hoewel de mens in het werk van Heidi Arnold een hoofdrol vervult, zijn er uitsluitend indirecte sporen en aanduidingen van terug te vinden. Datzelfde geldt voor de overweldigende natuur waartussen ze is opgegroeid. Geen wonder dat de Nederlandse Wadden haar favoriete landschap vormen – een landschap waar bergen afweziger zijn dan waar ook ter wereld.

 

 

Absent mountains

Heidi Arnold’s studio is in the small town of Altdorf, virtually in the geographical centre of Switzerland. It’s a former sewing workshop with a large window, through which the Alps seem to lean in. The view to the other side is also dominated by huge mountains. At first, the location appears awesome and picturesque, in particular to a visitor from the Netherlands. But after a while you can’t get away from a feeling of oppression in the narrow valley in which Altdorf is situated.

In an installation from 1995, which was executed at a Luzern gallery with a similar view to all sides, Arnold erased the mountains by painting out their contours on the gallery windows with white paint. A typical gesture. Typical because it illustrates her highly personal, but unromantic relation with nature, and also because absence is a recurring element in Heidi Arnold’s work.

In ‘Se faire l’écho de l’eau’, an installation executed in Hoofddorp, Holland in 2002, she used rows of empty plastic bags. The location (a deserted attic) and the bags’ transparency made the suggestion of dripping water almost inevitable. For another installation in the same year, she cut the contours of stones out of a roll of rubber which she’d laid on the ground.

Although the fact that something is lacking often gives her work a certain melancholy atmosphere, it isn’t just negative. To Arnold, leaving out things also has to do with a sense of respect for reality, and with the awareness that it’s impossible to make an adequate image or description of nature. Heidi Arnold doesn’t paint the world, but points to it. She hesitatingly sketches contours which the spectator should fill in for himself. She did so literally in a subtle installation in 1994, ‘Tu a tam – hier und dort’ (‘Here and there’). Here she used simple chalk lines to fix the contours of the slowly moving light patches which the sun projected, through the windows of a factory space, onto the floor.

The gloves which have been appearing in her work for some time, show the absence of man in a similar way. Whereas originally (in installations in Ireland, 1999), Heidi Arnold used transparent plastic gloves as empty forms, she later filled them discreetly – with twigs and bits of organic material – or decorated them in subtle patterns. The main effect is that their emptiness is even emphasised.

Although man plays a leading part in Heidi Arnold’s work, only indirect traces and indications of his presence can be found in it. The same goes for the awesome natural beauty in which she grew up. It’s hardly surprising that the Dutch Wadden are her favourite landscape – a landscape in which mountains are more emphatically absent than anywhere else in the world.