Teksten

Home

  Over Katrien van Hettema

 

 
 

 

 

 

Op reis naar huis

Vilt is wel het huiselijkste materiaal dat je kunt bedenken. Warm, geluiddempend en behaaglijk. Het herinnert aan slapende kinderen, pantoffels bij de open haard, het zachte geklik van biljartballen. Maar vilt heeft ook een andere kant: het is vermoedelijk ook het eerste textiel dat de mens zelf heeft gemaakt. Op de gure vlakten van Binnen-Mongolië maken de nomaden hun tenten – gers of yurts – nog steeds uit vilt. Een ruig, primitief materiaal dat wordt gemaakt door ruwe wol met stokken te bewerken, nat te maken en te pletten, zodat de vezels in elkaar grijpen.

Dat Katrien van Hettema al bijna twintig jaar lang haar meeste werk in vilt uitvoert, lijkt daarom niet toevallig. Reizen en huizen, de wijde buitenwereld en het knusse interieur vormen het spanningsveld waarbinnen haar forse reliëfs zich bewegen. Maar, anders dan je misschien zou verwachten, is ze niet geďnteresseerd in de ambachtelijke kant van het vilt maken. Katrien van Hettema maakt gebruik van kant-en-klaar industrieel vilt, een pretentieloos materiaal dat uit een wirwar van geperste restvezels bestaat, natuurlijke en synthetische. Het heeft, als alle viltsoorten, een aangename zwaarte en plooibaarheid en nodigt bijna uit tot sculpturale vormen.

Zover gaat Katrien nčt niet. De meeste van haar reliëfs verheffen zich maar schuchter uit het platte vlak, en ontwikkelen zich niet tot uitgesproken driedimensionale vormen. De zwaartekracht krijgt vrij spel: het vilt mag hangen en uitzakken. Ook de lijnen die de begrenzingen vormen, zijn tastend, nooit rechttoe rechtaan. Katrien van Hettema belijdt haar liefde voor de avontuurlijke lijnen waarmee jonge kinderen hun fantasieën optekenen. Een vanzelfsprekend handschrift dat in de loop der jeugd weer verloren gaat – en dat later maar met moeite terug te winnen is..

Een beetje in tegenstelling met de subtiel uitgesneden vormen is het forse kleurgebruik in het meeste werk. De kleuren verwijzen opnieuw naar haar thema’s: veel warme, steenrode tinten die geborgenheid oproepen, en diepblauw voor eindeloze verten. Niet altijd zijn ze in harmonie – wat ook al blijkt uit de titels die Katrien sommige werken geeft. ‘Ik wil naar huis’, bijvoorbeeld. De melancholieke woorden geven het werk een enigszins ongemakkelijke lading. Ze brengen de onoplosbare tegenstelling tussen vrijheid en veiligheid onder woorden. Een tegenstelling die al aanwezig is in het materiaal zelf - vilt.

 

 

Travelling Home

Felt may be the homeliest material one can think of. Felt is warm, sound absorbing and comfortable. It’s reminiscent of sleeping children, slippers at the fireside, the quiet clicking of billiard balls. But there’s another side to felt as well: it’s probably the first textile made by man. The nomads on the windblown plains of Inner Mongolia still make their tents – gers or yurts – out of felt. A course, primitive material which is made by beating raw wool with sticks, wetting it and compressing it, causing the fibres to interlock.

It’s hardly accidental that Katrien van Hettema has been using felt as the main material for her work. Houses and travelling, wide open spaces and cosy interiors are the extremes between which her robust works move. But, rather unexpectedly, she isn’t interested in the craft of making felt. Instead, Katrien van Hettema uses ready-made industrial grade felt, a plain material consisting of meshed and pressed fibres, natural as well as artificial. Like all types of felt, it has a pleasant heaviness and pliability, and it’s almost tempting to form it into sculptural shapes.

But Katrien Hettema stops short of doing that. Most of her reliefs will only tentatively leave the plane and never develop into clear three-dimensional forms. Gravity is given free rein: the felt forms are allowed to hang and sag. The lines which define them also tentative, never straight. Katrien van Hettema professes her love for the adventurous lines which children use to record their fantasies. A natural signature which is lost in the course of youth, and which can only be regained with great difficulty.

Somewhat contrasting with the subtle cut-out forms is the robust use of colour in most works. Again, the colours refer to her themes: often warm, brick-red shades which give a sense of security and deep blue tints, evoking wide vistas. They’re not always in harmony –which is also sometimes apparent in the titles Katrien gives her works. ‘I want to go home’ is one of them. These melancholy words add a slightly uncomfortable tension to the piece. They express the insoluble contradiction between freedom and safety. A contradiction which already is present in the material itself – felt.